U bent hier:

Historisch Overzicht

De 18e eeuw: de tijd van Jan Derk en Albertus Johannes [1]

De Gouden Eeuw is in de tweede helft van de 18e eeuw voorbij. De Republiek der 7 Verenigde Nederlanden maakt een moeilijke tijd door zowel op economisch als op politiek gebied.
De handel is in verval geraakt en wij zijn niet meer de belangrijkste natie van Europa. De macht is overgenomen door Engeland. Met dat land hebben we net een oorlog gevoerd en verloren. Er komt steeds meer kritiek op de stadhouder, vooral van een groep die zich Patriotten noemt en geïnspireerd is door de ideeën van de Verlichting en de Franse Revolutie die in 1789 is uitgebroken. Ze eisen inspraak en zetten hun eisen kracht bij door het oprichten van vrijkorpsen, clubs van gewapende burgers die de macht over wilden nemen. Stadhouder Willem V vlucht uit Den Haag maar krijgt steun van zijn zwager, de koning van Pruissen. Hij stuurt troepen en de patriotten worden verjaagd. Velen vluchten naar Frankrijk.

Als de Fransen de ideeën van hun revolutie verder willen verspreiden in Europa komen ze ook in ons land. In de steenkoude winter van 1794/1795 trekken Franse troepen ons land binnen. Stadhouder Willem V vlucht naar Engeland. Er komen veel gevluchte patriotten met de Franse troepen mee en samen met de Fransen stichten zij de Bataafse Republiek (1795-1806). In Gelderland is men blij en danst rond de vrijheidsboom.

Groenlo

In 1784 besluit de Magistraat tot het bouwen van een kerkschuur op de plek ‘alwaar voor desen het ouwe of Bagijnenklooster gestaan heeft bij de windmolen agter de wal’.
Een jaar later wordt op het feest van Maria Lichtmis (2 februari) de eerste kerkdienst in de nieuwe rooms-katholieke kerk gehouden. Pastoor Aleman, pastoor te Groenlo van 1744 tot 1806, heeft Albertus ter Huirne gedoopt op 18 april 1785, waarschijnlijk dus in de nieuwe kerk.

Stadhouder Willem V bezoekt Groenlo nog in 1791, maar in februari 1795 trekken Franse troepen Groenlo binnen en breekt de Franse overheersing aan. Grolse jongemannen worden opgeroepen te dienen in het leger en keren niet of na vele jaren terug.
In het laatste jaar van de 18e eeuw wordt Groenlo geteisterd door rondtrekkende groepen jongeren die veel vernielingen aanrichten.

De 19e eeuw: de tijd van Hermanus Hendrikus en Hendrik Gradus.

Nadat Napoleon Bonaparte in Frankrijk aan de macht is gekomen, krijgt ons land een Frans bestuur. In 1806 ontstaat het Koninkrijk Holland met de broer van Napoleon Bonaparte, Lodewijk, als vorst. Het koninkrijk wordt onderdeel van het Franse Keizerrijk. We worden een eenheidsstaat waarin alle burgers gelijk zijn voor de wet. Mannen die een bepaald bedrag aan belasting betalen krijgen stemrecht en overal gelden nu dezelfde regels in de rechtspraak, onderwijs en belasting.

Als Napoleon in 1815 bij Waterloo verslagen wordt vormen Nederland en België het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Onze nieuwe koning is Willem I, een zoon van stadhouder Willem V. In 1830 verlaat België na een opstand het Koninkrijk en wordt zelfstandig.

Het liberalisme komt sterk op in Europa en ook in ons land en onder druk van dreigende liberale revoluties ontwikkelt Thorbecke in 1848 een grondwet voor een constitutionele parlementaire monarchie, waarin iedereen gelijk is voor de wet. In de grondwet worden grondrechten en vrijheden opgenomen, zoals o.a. godsdienstvrijheid en vrijheid van onderwijs. In de praktijk echter voelen veel groepen zich achtergesteld, zoals de katholieken, de protestanten en de arbeiders. Dat heeft te maken met het feit dat de overheid alleen openbare scholen bekostigt.

De bevolking en het parlement krijgen gedurende de 19e eeuw steeds meer macht door uitbreiding van het kiesrecht en het ontstaan van politieke partijen. Er is sprake van een verzuilde samenleving, waarin de bevolking op grond van levensbeschouwing is verdeeld in groepen (zuilen) en zo van elkaar is afgeschermd.

De Industriële Revolutie komt in ons land traag op gang. Ons land is nog te sterk op de agrarische productie en handel gericht, maar in de tweede helft van de 19e eeuw zie je mechanisatie in de landbouw door nieuwe technieken. Betere transportmogelijkheden zorgen voor mobiliteit. Ook ontstaat er een belangrijke textielindustrie. De huisnijverheid kan niet met de fabrieksproductie concurreren en steeds meer ambachtslieden trekken naar de stad en gaan werken in fabrieken. Zo ontstaat een grote arbeidersklasse die leeft en werkt in slechte omstandigheden.
Arbeiders gaan over tot het oprichten van vakbonden om te bereiken dat hun lonen stijgen en de arbeidsomstandigheden verbeteren.

Groenlo

In 1800 worden alle Grolse mannelijke inwoners tussen de 18 en 60 jaar verplicht tot wachtdienst in de stad en het schependom. Er heerst in deze tijd veel armoede en hongersnood als gevolg van de vele oorlogen. Lodewijk Napoleon bezoekt Groenlo in 1809.

In 1813 trekken Duitse troepen en kozakken door Groenlo e.o. De strenge winter van dat jaar veroorzaakt nog meer ellende. In datzelfde jaar wordt de Nationale Garde gevormd. Deze garde is bedoeld als thuisleger bestemd voor de verdediging van de kustgebieden en de grenzen en voor de handhaving van de openbare orde in het binnenland. Het departement van de Boven-IJssel, waartoe Groenlo behoort, moet een contingent leveren van in totaal 273 man nl. de arrondissementen Arnhem, Zutphen en Tiel resp. 108, 102 en 63 man. Vrijwilligers mochten niet worden toegelaten. Albertus ter Huirne wordt ook opgeroepen. Hij is nummer 219 in de lijst die is opgesteld door de burgemeester.

In 1845 heerst er hongersnood wegens het mislukken van de aardappeloogst.
Een jaar later vraagt pastoor Boschker de zusters van Roosendaal om in Groenlo een liefdesgesticht op te richten voor oude gebrekkige vrouwen. De zusters komen in 1895 naar Groenlo.
In 1892 wordt er op de Maliebaan een grote landbouwtentoonstelling gehouden. Hendrik Gradus is daar vast wezen kijken, want hij heeft grootse plannen voor een nieuwe boerderij.

Industrie krijgt de stad ook: de stoomweverij van Lasonder aan de Beltrummerweg, de steenfabriek van Wiegerink en weverij Edw. Ainsworth, een schoenfabriek en leerlooierij (den Koem). Bovendien een heuse stoomtram naar Lievelde die in 1911 werd vervangen door een busdienst.
Maar de belangrijkste fabriek wordt de brouwerij van de Groen die ‘Grolsch’ brouwt. 

 

Bronnen

[1] Voor de gebeurtenissen in Groenlo is gebruik gemaakt van W.P. Vemer, Kroniek van Groenlo, Arnhem 1969