U bent hier:

Hermanus Hendrikus Huirne (1826-1890)

Het is een koude en winderige zondagmiddag[1] als Herman op 19 februari 1826 om ca 15.00 uur in huis 22 in het Schependom Groenlo geboren wordt. Een zondagskind dus! Zijn ouders Albertus Joannes Huirne en Aleijda te Woerds zijn dan respectievelijk 40 en 45 jaar oud. In zijn geboorteakte staat dat zijn moeder 39 is, maar dat klopt niet, want Aleijda is geboren in 1871[2].
De buren Arnold Sijbelinck en Jan Hendrik Klein Avinck zijn getuigen bij de aangifte. Als Albert zijn zoon aangeeft bij de Burgerlijke Stand kan hij niet schrijven en dus geen handtekening onder de akte zetten[3].

Geboorteakte van Hermanus Hendrikus Huirne 19-02-1826

Hij heeft twee zusjes waarvan de oudste, Johanna (1814-1820), al op zesjarige leeftijd overlijdtt[4]. Zijn jongste zusje Anna (1819-1873), vijf jaar ouder dan hij, is zijn steun en toeverlaat mede omdat hun oudere broer Jan Hendrik (1817-1817) slechts 10 dagen oud wordt[5]. Herman is dus in feite de enige zoon.

https://www.genealogieonline.nl/stamboom-huirne/I836.php

Over Hermans kinderjaren is niets bekend. Hij is misschien naar school gegaan en wel naar de openbare lagere school, want tot 1922 is er geen bijzonder onderwijs in Groenlo. In ieder geval kan hij lezen en schrijven, want hij ondertekent later zijn huwelijksakte en de de geboorteaktes van zijn kinderen.
Hij zal op de boerderij hebben rondgelopen en later zijn vader geholpen hebben met het boerenwerk.
We komen hem weer in de archieven tegen als hij in 1845 wordt ingeschreven in de Nationale Militie.[6]
Alle Nederlandse mannen die tussen 1811 en 1940 ouder dan achttien zijn, worden opgeroepen. Sommigen worden uitgeloot voor de dienstplicht, krijgen een vrijstelling of hebben een vervanger (remplaçant) ingehuurd.[7]
Herman, die dan nog bij zijn ouders woont op het Olde Hoes, wordt met trekkingsnummer 87 ingelijfd bij het 1e regiment artillerie en krijgt stamboeknummer 14069
Bij de keuring blijkt hij een normaal uiterlijk te hebben, d.w.z. een bedekt voorhoofd, blauwe ogen en blond haar. Hij is dan ongeveer 1 meter 71 lang.
Hij dient vijf jaar en wordt daarna ’behoorlijk ‘ontslagen.[8] Uit het keuringsrapport blijkt tevens dat hij lager onderwijs heeft genoten.

Inschrijving Nationale Militie
1e Regiment Artillerie
Stamboeknummer: 14069   Huirne         Hermanus Hendrikus

Vader                           Albertus Joannes
Moeder                         Aleyda ter Woerds
Geboren te                   Groenlo (Gelderland)
Den                              9 februari 1826
Laatst gewoond te        Groenlo (Gelderland)

Bij zijne aankomst bij het korps, lang 1 ellen, 7 palmen, 6 duimen,     strepen.
Aangezigt                      ovaal
Voorhoofd                     bedekt
Oogen                             blauw
Neus                               gewoon
Mond                             idem
Kin                                 rond
Haar                              blond
Wenkbraauwen          idem    
Merkbare teekenen    geen

Op den 26e april ingedeeld als milicien voor de tijd van vijf jaren zijnde loteling van de ligting 1845 uit de provincie Gelderland gemeente Groenlo onder nummer 87(reserve)
Den 15e mei 1846 in activiteit gesteld
Op den 10en Augustus met groot verlof
Op de 3den Sep 1847 terug
Op de 30en September 1847 met groot verlof
Den 17en Maart 1848 terug
Op 4 september 1848 met groot verlof

Stukrijder[9] Loteling den 1e Mei 1848

Op 10 maart 1850 met paspoort wegens wettelijk volbrachte dienst bij personele optreding in gevolg aanschrijven van het DVO[10] 7 februari 1850 nr.5B

In de praktijk heeft hij maar ca 10 maanden actief gediend en heeft hij niet meegedaan aan veldtochten noch op enigerlei wijze gewond geraakt.
Na de dienst gaat hij weer aan het werk op de boerderij, hij is dan 24 jaar oud. Ook werkt hij naast het boerenwerk als wever, waarschijnlijk om extra inkomen te krijgen.

Stukrijder
https://geheugen.delpher.nl/nl/geheugen/view?identifier=LEMU01%3A00019185

Op 11 juni 1853 overlijdt zijn moeder Aleijda op 72 jarige leeftijd.[11] Herman is dan 27 jaar oud en samen met zijn vader en zijn ongetrouwde zus Anna Maria erfgenaam. Volgens de Memorie van aangifte der nalatenschap (Memorie van Successie)[12] erven zij:

  1. De helft van een huis en erf, gelegen in het schependom Groenlo, sectie B, groot 2 roeden en dertig ellemaat.
  2. De helft van een perceel bouwland, gelegen in het schependom Groenlo, sectie B, no. 332, groot 56 roeden en tachtig ellemaat.
  3. De helft van een perceel bouwland, gelegen in het schependom Groenlo, sectie B, no. 372, groot 70 roeden. - Zijnde het onder no.1 genoemde huis en erf sectie B 336 [13].

Zijn vader is dan 68 en dat betekent dat Herman het boerenwerk grotendeels alleen doet. Zijn zus Anna zal het huishouden gerund hebben op het Olde Hoes. In het bevolkingsregister staat dat hij arbeider van beroep is[14]. Wat dat precies inhoudt is onduidelijk: hij werkt op de boerderij en daarnaast is hij wever.[14a]
In 1856 trouwt hij met buurmeisje Johanna Hendrieka Hogelugt (1833 -1919). Herman woont op nummer 32 en Johanna met haar ouders op nr 34[15]. Ze schelen 7 jaar. De bruid komt uit een gezin van 7 kinderen en is daarin het enige meisje, want haar oudere zus Henrica overlijdt op zesjarige leeftijd in 1822.
Zijn schoonvader is van beroep - naast landbouwer - stoeldraaier[16]. Waarschijnlijk is Herman zo op het idee gekomen om een houtdraaierij te beginnen. Of hij daarmee het weefgetouw aan de wilgen heeft gehangen is onbekend.
In ieder geval geeft hij tot 1861 als beroep wever[17] op en vanaf dat jaar wordt dat houtdraaier [18]. Helaas weten we niet of de houtdraaierij veel heeft opgeleverd. Feit is wel dat hij in de periode 1883-1901, waarin zijn oudste zoon Antoon is opgenomen in het krankzinnigengesticht te Zutphen, als zijn beroep houtdraaier opgeeft.[18a]

Kennelijk ziet hij het ‘boer zijn’ niet als een beroep. Vreemd, want hij werkt op het Olde Hoes en bezit dus grond. In 1889 ruilt hij een lap grond met Johannes Bernardus Halink, de (latere) schoonvader van zijn zoon Johannes Theodorus:

‘De ondergetekende Johannes Bernardus Halink, landbouwer in Lievelde onder Lichtenvoorde, ter eener; en Harmanus Hendrikus ter Huurne, landbouwer onder Groenlo ter andere zijde, verklaren aan elkander in ruiling af te staan een door onderteekening dezes in ruiling aan te nemen in dier voege als volgt:
Johannes Bernardus Halink voornoemd aan Harmanus Hendrikus ter Huurne voornoemd, het zuidelijk deel van een stuk bouwland, gelegen in de gemeente Groenlo, kadastraal bekend in Sectie B, no. 371, groot ongeveer elf aren (1100 m2 , MH) twintig centiaren (20 m2, MH), gewaardeerd op een som van 80 gulden (staat in de kantlijn met ondertekening van beide heren (M.H) ) en Harmanus Hendrikus ter Huurne voormeld aan Johannes Bernardus Halink voornoemd, het noordelijk deel van een stuk bouwland, gelegen in de gemeente Groenlo, kadastraal bekend in Sectie B. no 372, groot ongeveer elf aren twintig centiaren mede geschat op eene waarde van 80 gulden.’[19]

Ook koopt hij grond in Groenlo, Lievelde en Beltrum.
In 1879 en 1887 bouwt Herman een stukje bij het Olde Hoes aan.[20]

Kinderen van Herman en Johanna.
Herman en Johanna krijgen 10 kinderen, van wie er twee, in respectievelijk 1870 en 1876, levenloos geboren worden en één, Grades Johannes te Huirene (1867-1869) op tweejarige leeftijd sterft.
Hun oudste zoon Antonius Theodorus Huirne (1857-1901) blijft ongehuwd. Hij is houtdraaier, waarschijnlijk in de houtdraaierij van zijn vader.  Net als zijn vader heeft hij in de Nationale Militie gediend en zal zijn dienst waarschijnlijk in 1875 op 18-jarige leeftijd begonnen zijn.
Op 8 februari 1883 wordt hij – op last van de rechtbank te Zutphen – opgenomen in een psychiatrische kliniek te Zutphen[21]. Hij is dan 26 jaar oud. Toentertijd werd het nog een krankzinnigengesticht genoemd. . Hij lijdt aan waanvoorstellingen en dementie. Het kan zijn dat hij tijdens de dienstplicht een trauma heeft opgelopen. Hij sterft in Zutphen op 28 september 1901 op 44-jarige leeftijd[22]

Dit moet voor Herman en Johanna en kinderen een afschuwelijke gebeurtenis zijn geweest. Het is niet bekend of zij hem daar opgezocht hebben.

Johannes Theodorus (Derk) (1859-1919) hun tweede zoon trouwt op dertigjarige leeftijd met Maria Geertruida Halink. Met haar broer ruilt Herman in 1889 een stuk land.
Hendrik Gradus (1862-1941), de derde zoon, trouwt met Johanna Maria Walterbosch. Hij is dan 31. Hij sloopt het Olde Hoes en met zijn broer Jans bouwt hij tussen 1901 en 1904 een nieuwe boerderij aan de Papendijk.
De oudste dochter Aleijda Maria (1865-1947) gaat het klooster in, evenals haar jongere zus Johanna Maria (1873-1946).
Tussen deze beide dochters zit nog Johanna Geertruida (1871-1946), naaister van beroep. Zij trouwt in 1898 met meubelmaker Bernard te Lintelo.
De benjamin in het gezin is Johannes (Jans) (1878-1948). Hij gaat met zijn broer Hendrik Gradus mee naar de nieuwe boerderij. Hij blijft ongehuwd.

Tussen 1946 en 1948 komen vier van de broers en zussen te overlijden. De overige hebben dus veel verdriet en gemis te verwerken in die periode.

Herman en Johanna krijgen 18 kleinkinderen. Herman sterft te vroeg om ze allemaal te leren kennen, maar Johanna neemt de verzorging en opvoeding van de kinderen van Hendrik Gradus op zich als diens vrouw Johanna Maria Walterbosch in 1911 overlijdt[23].

Herman sterft op 27 december 1890[24].
Zijn vrouw en hun volwassen kinderen doen aangifte van zijn overlijden en ondertekenen de Memorie van aangifte der nalatenschap[25]. Hieruit blijkt dat zijn vrouw Johanna de helft en de kinderen ieder 1/7 deel van de andere helft erven.

Reg IV nr, 4/260                     Memorie van aangifte der nalatenschap
Tafel 5 bis de 13                    van Hermanus Hendrikus ter Huurne, landbouwer,
folio 55  no 59             gewoond hebbende en overleden op Thomas onder Groenlo. Den 27 december 1890.
Geboekt 27 juli 1891
Dl 22 folio 38 no 2/7896


                                                                             Wij ondergeteekenden:
1.         Johanna Hendrika Hoogelucht, weduwe des erflaters, landbouwster, wonende onder Groenlo, als voogdes van Johanna Maria en Johannes ter Huurne en in staande en zich sterk makende voor: a. Antonius ter Huurne, uit hoofde van krankzinnigheid verpleegd wordende in het geneeskundig gesticht van krankzinnigen te Zutphen, en b. Aleida ter Huurne, zonder beroep, in België verblijvende
2.         Johannes Theodorus ter Huurne, landbouwer, wonende te Eefsel onder Lichtenvoorde en
3.         Hendrikus Gerardus ter Huurne, landbouwer, wonende onder Groenlo
domicilie stellende ten kantore van notaris Vemer te Groenlo
                                                                              verklaren
dat op 27 december 1890 onder Groenlo ab intestato is overleden Hermanus Hendrikus ter Huurne. Tot zijner erfgenamen bij versterf nalatende zijne zeven kinderen gesproten uit zijn huwelijk met de aangeefster sub 1 voornoemd, als de minderjarigen Antonius en Aleida ter Huurne sub 1 en de aangevers sub 2 en 3 voornoemd ieder voor 1/7 gedeelte
dat de overledenen geene goederen als bezwaard erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en door zijn overlijden geene periodieke uitkering bij opvolging is overgegaan of vervallen
dat de nalatenschap des overledene bestaat uit de helft des gemeenschappelijken boedels tusschen hem en zijne echtgenote te bestaan hebbende die heeft aan
                                                                               Actief
a. onroerende goederen
Een huis, schuur en erf, bouw- en weiland onder Groenlo, kad. Sectie B, nrs: 1642, 1984, 2011 en 2012, samen groot 0-91-93 en een perceel heide B 1314, 3 are 70 centiaren
Een perceel weiland onder Ruurlo, sectie D 1417, groot 1.41.90
Een perceel bouwland en heide onder Lichtenvoorde sectie A, nos 1480, 1481, 1553 en 2811, groot 4-52-20
Een perceel weiland en hakhout onder Beltrum, Sectie F, nos 1283, 1284, 1285 en 1286, groot 1.15.50.
Waardig geschat                                                                                          f. 2.485,-

b. lichamelijke roerende goederen, waard                                                    755,82

c. contanten                                                                                                          231,-
d. schuldvorderingen op diversen zonder rente ave (…)?
geleverde draaigereedschappen                                                                     310,40
Samen                                                                                                           f. 3.782,20      

                                                                               Passief
a. aan D.E. Hoogelucht wegens geleend geld rentende 31/2 % op 1 Februari dd 1 Februari 1880, rustende op wettig bewijs voor het
geheel groot                                                                                                 f.    310,-
b. aan (…) Hoogelucht wegens geleend geld rentende 31/2 % op 1 Februari dd 1 Februari 1882, rustende op wettig bewijs
groot                                                                                                              f.   250,-
rentenden tot en met den sterfdag                                                                 17,-
c. aan Dokter Besselink te Lievelde wegens geneeskundige
hulp                                                                                                                        15,-
d. aan apotheker Wittemans te Groenlo, wegens geleverde geneesmiddelen                                                                                                                                                         6,-
beiden over 1890 tot het overlijden
e. wegens verdiend loon ingevolge onderhandsche
schuldbekentenis dd 12 December 1890 aan H.G. ter Huurne         f. 1.456,-
en J.T ter Huurne                                                                                               248,-
Samen                                                                                                           f.  3.277,-

                                                Actief                                                                 3.782,20
                                             
                                               Saldo                                                                     505,20
 Is voor de helft                                                                                                  252,64
af begrafeniskosten                                                                                          130,73
                                               Blijft                                                                f.   121,91

Geteekend ter respectieve woonplaatsen

In juni 1891
J H? Hoogelucht
A. ter Huurne
J.T ter Huurne
H.G. ter Huurne
A. ter Huurne
J. ? ter Huurne

Volgende pagina

Succ. a.i.                                                        Een perceel weiland onder Ruurlo, sectie D                                                                        1417, groot 1.41.90
Geschat voor het geheel met meer van  Groenlo, Lichtenvoorde en Beltrum op  f.

 In potlood: saldo f. 121.90

Huirne
-           Johanna Maria
-           Johannes
minderjarigen
-           Antonius verpleegde in het krank zinnigengesticht te Zutphen
-           Aleida zonder beroep België
-           Johannes Theodorus landbouwer Eefsel Lichtenvoorde
-           Hendrik Gerardus landbouwer Groenlo


Kinderen elk 1/7

In de praktijk betekent dit dat zijn zonen Hendrik Gradus en broer Jans het werk op de boerderij doen. Daarvoor krijgen zij kennelijk geen salaris, maar in de Memorie van successie van Herman staat dat zij ‘wegens verdiend loon ingevolge onderhandsche schuldbekentenis dd 12 December 1890 aan H.G. ter Huurne’ nog recht hebben op respectievelijk   f. 1.456,- en f.  248,-
Zijn vrouw Johanna Hogelugt is 57 als Herman overlijdt en zal ongetwijfeld hebben meegeholpen.

Herman maakt het gelukkig niet meer mee dat zijn oudste zoon Antoon in 1901 in het krankzinnigengesticht op 44-jarige leeftijd overlijdt. Voor Johanna en de overige kinderen zal het een zware slag zijn geweest.
Johanna krijgt nog een zware tegenslag te verwerken als haar schoondochter Johanna Maria Walterbosch, de echtgenote van haar zoon Hendrik Gradus, in 1911 overlijdt[26].
Zij zelf overlijdt op 4 maart 1919[27].

 

Bronnen

[1] www.knmi.nl
[2] https://data.matricula-online.eu/de/deutschland/muenster/zwillbrock-st-franziskus/KB001/?pg=16
[3] www.geldersarchief.nl /im. 248/akte 13
[4] www.familysearch.org /Register van de Burgerlijke Stand Groenlo 1811-1842 img 134
[5] www.familysearch.org /Registers van de Burgerlijke Stand Overlijden 1811-1842/img 99, akte 9
[6] www.familysearch.org/ Registers van de Burgerlijke Stand Huwelijksbijlagen 1843-1867/ Filmnr. 004668181/img 276 van 1376; http://resources.huygens.knaw.nl /pdf/Broncommentaren/voorlopig/Broncommentaren_V_Compleet.pdf p. 7 e.v/
 www.ecal.nu 0139-1781 Nadere toegang met personen in militie op inv. nr. 1781 van toegang 0139
[7] www.uitdeoudekoektrommel.com/loting-nationale-militie;
De dienstplicht was in 1810 tijdens de Franse overheersing ingevoerd. Toen de Fransen vertrokken waren bleef de dienstplicht bestaan en werden er dienstplichtigen geloot onder de mannelijke beroepsbevolking.
De duur van deze dienstplicht was destijds vijf jaar, gevolgd door een periode van vijf jaar als reserve. Echter, de feitelijke dienstplicht was veel korter; over het algemeen slechts een korte periode in het eerste jaar, daarna vermeld als reserve. Voor de lichtingen van 1882 en 1883 gold een zesjarige dienstplicht, vanaf 1884 gevolgd door een diensttijd van zeven jaar. Deze diensttijd hield in dat de mannen één tot anderhalf jaar daadwerkelijk in dienst waren. Na die tijd gingen zij met groot verlof en moesten daarna nog twee keer op herhaling voor een periode van vijf tot zes weken
http://www.jfpalmen.nl/files/militairendoc.pdf :In 1813 werd de gehate conscriptie (dienstplicht) afgeschaft. Maar in 1814 bepaalde de Grondwet dat er een Nationale Militie moest komen ter verdediging van het land. Deze Nationale Militie zou bestaan uit een beroepsleger en uit de Marine.
De Nationale Militie zou naast beroepskrachten bestaan uit vrijwilligers. In geval zich niet voldoende krachten zouden aanmelden, moest het tekort door dienstplichtigen worden aangevuld.
Hoewel vrijwilligheid voorop stond, werd het grootste deel der ‘miliciens’ door loting ingelijfd bij de Nationale Militie.
https://pure.uva.nl/ws/files/1695931/123030_thesis.pdf Eduard Werner Ronald van Roon, Lotgevallen.
De beleving van de dienstplicht door de Nederlandse bevolking in de negentiende eeuw (2013).
[8] www.ecal.nu:Registers van de Burgerlijke Stand Huwelijksbijlagen 1843-1867/1856 no.8/
https://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0020.php (Militaire Stamboeken van Onderofficieren en Minderen Landmacht1e Regt. Veld. Art. 18451851 no. 14026-17896.
https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.13.09/invnr/1255/file/NLHaNA_2.13.09_1255_0012
[9] H.M.F. Landolt Militair woordenboek (2 dln.). A.W. Sijthoff, Leiden 1861
p. 57
Men deelt de 6 of 8 paarden eener bespanning, in drie of vier paren, die den naam van span dragen. Zij worden voor elkander gespannen en naarmate van hunne plaatsing voor-, voormidden-, achtermidden- of achterpaarden genoemd. Van achter naar voren gezien, wordt in ieder span, het linker paard bijdehandsche of zadelpaard, het regter, vandehandsche of handpaard genoemd; op het eerstgenoemde rijdt de stukrijder, die insgelijks voor-, voormidden-, achtermidden- of achterrijder genoemd wordt,
p. 246  De stukrijders bij de veldbatterijen worden thans slechts zelden treinsoldaten genoemd.
https://www.militairespectator.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/1881/1881-0615-01-0013.PDF
[10] Departement van Oorlog
[11] www.geldersarchief.nl img 145
[12] www.geldersarchief.nl Memories van Successie worden opgemaakt om successiebelasting te heffen op erfenissen. In de memorie van aangifte deden de erfgenamen verplicht aangifte van een overlijden. Een belastingambtenaar stelde de Memorie van Successie op. Dit is een overzicht van de bezittingen en de schulden van de overledene. De verschuldigde successierechten werden vastgesteld op grond van een overzicht van de bezittingen en de schulden van de overledene. Vóór 1878 hoefde men geen successierechten te betalen als men erfgenaam was in rechte lijn (kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen).
[13] www.geldersarchief.nl 0029 Memories van Successie, Kantoor Groenlo/img 273
[14] www.ecal.nu/ 0139-1086 bevolkingsregister/blad 441/img 37 van 96
[14a]www.ecal.nu/  0139-1094 bevolkingsregister/ blad 613/img 48 van 115;
www.ecal.nu/ 0139-1093 bevolkingsregister/blad 536//img197 van 223
[15] www.familysearch.org /Volkstelling 1849/img 1156-117
[16] www.geldersarchief.nl Overlijdensakte Johannes Theodorus Hogelugt/ akte nr. 56
[17] www.ecal.nu/  0139-1094 bevolkingsregister/ blad 613/img 48 van 115;
www.ecal.nu/ 0139-1093 bevolkingsregister/blad 536//img197 van 223
[18] www.ecal.nu/ 0139-1094 bevolkingsregister/ blad 267/img 260 van 382.
[18a] zie informatie bij Antonius Theodorus Huirne (1857-1901)
[19] Huirne archief/akte van verdeling 1889
[20] www.kadaster.nl/Kadastervieuwer Kadaster Hulpkaart 124 Gemeente Groenlo dienstjaar 1880 en Kadaster Hulpkaart 165 Gemeente Groenlo dienstjaar 1888
[21] Het Oude en Nieuwe Gasthuis had een algemeen ziekenhuis aan de Coehoornsingel en een psychiatrische afdeling die bestond uit een binnengesticht in Zutphen (tot circa 1945) en vanaf 1900 een buitengesticht (Groot Graffel). www.geldersarchief.nl / 0517 Arrondissementsrechtbank en Parket van de Officier van Justitie te Zutphen, NL-AhGldA_0517_654-0076,
[22] www.erfgoedzutphen.nl/ archief 0110//994 Aanwezig mei 1900, nrs. 4- 1779, img 132; www.erfgoedzutphen.nl/991 Opgenomen vanaf 1842 en aanwezig september 1884 (nrs. 1-492), register naderhand opnieuw gebruikt voor de periode 1895, 28 augustus – 1901, 18 juni (nrs. 1301-1783), 1884-1901, img 397
[23] www.geldersarchief.nl/ Toegangsnummer: 0207 Burgerlijke Stand Gelderland (I)/nventarisnummer: 8362/ akte nr 29
[24] www.familysearch.org / Filmnr. 008445446/ img 356
[25] www.geldersarchief.nl / 95-0420  0029   Memories van Successie, Kantoor Groenlo/ Akten 1886-1890/ 95 1890 tweede halfjaar/img 420-426
[26] www.geldersarchief.nl/www.ngv.nl /Verenigingscentrum/bidprentjes.php
[27] www.geldersarchief.nl / Toegangsnummer: 0207 Burgerlijke Stand Gelderland/ Inventarisnummer: 8363/akte 19