U bent hier:

1862-1941 Hendrik Gradus Huirne

Na de dood van zijn vader Herman in 1890 nemen Hendrik Gradus en zijn jongste broer Jans de boerderij over omdat hun oudste broer Antoon is opgenomen in een krankzinnigengesticht en in 1901 daar overlijdt[1] en broer Derk, door zijn huwelijk met Maria Geertruida Halink in 1889, naar erve Tops verhuist. Hun moeder Johanna Hendrieka Hogelugt, in gemeenschap van goederen getrouwd met Herman, erft de helft van de nalatenschap van haar man, hun kinderen de andere helft, ieder voor 1/7 deel. In de praktijk komt het erop neer dat Hendrik Gradus samen met Jans de grond in bewerking neemt. Er zijn geen gegevens bekend waaruit blijkt dat zijn broers en zussen de grond aan hem hebben overgedragen.

Voor de duidelijkheid wordt de aan- en verkoop van grond door Hendrik Gradus per gemeente behandeld en niet chronologisch. Begonnen wordt met de grond die hij na de dood van zijn ouders bezit en aan het slot wordt de grond vermeld die hij bij zijn dood in 1941 nalaat. Voor de kaarten zie www.hisgis.nl, tenzij anders vermeld.

Groenlo

In Groenlo bezit Henrik Gradus de grond rond het Olde Hoes  en de percelen B 1314, 2011 en 2012. Hij besluit in 1902[2] – in overleg met zijn moeder en broers en zussen - het Olde Hoes[3] te slopen en een nieuwe – grote – boerderij te bouwen even verderop aan de Papendijk. Hij behoudt de grond rond het Olde Hoes,[4]

Bonnekaart [5]met daarop de grond van het Olde Hoes en B 2011, 2012 en 1314.

Voor die nieuw te bouwen boerderij koopt Hendrik Gradus van bierbrouwer Anton Weenink een lap grond (B 1670) van 4.77.70 ha aan de Papendijk[6]. De grond behoort in 1832 nog aan Catharina Wissink, rentenierster te Groenlo en wordt dan nog kadastraal geregistreerd onder nummer B 429.

B 332 is de grond rond het Olde Hoes, B 429 en 430 de grond van Catharina Wissink.[7]

Bonnekaart met daarop de grond van het Olde Hoes (B332, 336) en die van de nieuw te bouwen boerderij. (B 429, 430).

Om die grond te kunnen betalen sluit hij 30 november 1896 bij diezelfde Anton Weenink een hypotheek af van 3000 gulden.[8] Sinds 1881 staan het percelen bij het kadaster geregistreerd als B 1670, 1712 en 1713.[9] B 332 wordt in 1903 B 2170.[10]

In het Huirne-archief bevindt zich volgende koop-/hypotheekakte:                                     

                                               In naam der Koningin

Heden den dertigsten November achttienhonderd zes en negentig verscheen voor mij Johannes Vemer, Notaris te standplaats Groenlo
de Heer Antonius Weenink, bierbrouwer, wonende te Groenlo.
Deze verklaarde te hebben verkocht en in eigendom over te dragen aan Hendrikus Gradus ter Huurne, landbouwer, wonende onder Groenlo, hier tegenwoordig en in koop aannemende een perceel bouw- en weiland met akkerhout de ‘Geldersche Esch’ onder Groenlo, Sectie B, nummer 1670, 1712 en 1713, groot vijf hectaren, twintig aren en veertig centiaren[11]aan hem toebedeeld blijkens akte van scheiding ten twaalfden Juni achttienhonderd vier en negentig door mij Notaris verleden, overgeschreven ten kantore van Hypotheken te Zutphen den negentienden dezer maand, deel 580, nummer 63.
Het perceel gaat op den kooper over met alle genot en lasten vanaf een December aanstaande, terwijl de kooper ook gesubrogeerd[12] wordt in alle rechten en verplichtingen bij Verkoopers tegenover de huurders.
Deze verkoop en koop is geschied voor drie duizend vijfhonderd gulden dat de kooper aan de Verkooper schuldig blijft tot meerdere zekerheid van welker betaling de Verkooper zich voorbehoudt en de kooper verleent het recht van eerste hypotheek op het verkochte wegens onbetaalde kooppenningen.
Verder is tusschen Partijen overeengekomen:
1. de schuldenaar zal jaarlijks op den eersten December betalen tegen vier percent ’s jaars
2. dier renten worden telkens verhoogd tot vier en een half percent ’s jaars indien de rentebetaling niet heeft plaats gehad binnen eene maand na den vervaldag
3. het kapitaal is ten allen tijde opeisch- en aflosbaar na eene waarschuwing van drie maanden, het is terstond opeischbaar bij nalatigheid in de voldoening der renten indien het onderpand niet naar behoren wordt onderhouden, van aard of bestemming veranderd, met erfdienstbaarheden[13] bezwaard, in beslag genomen of vervreemd of bij niet nakoming der bedingen
4. alle kosten uit deze overeenkomst voortvloeiende zijn ten laste van den schuldenaar, die in gebreke zal zijn door het enkel verloop van den bepaalden termijn en alle betalingen moet doen ten woonhuize der schuldeischers.
5. het goed zal zonder schriftelijke toestemming des schuldeischers niet mogen worden verhuurd
6. bij willigen verkoop zal geene zuivering[14] van deze onderzetting[15] kunnen plaats hebben
7. bij gebreke van behoorlijke voldoening van hoofdsom of renten is de schuldeischer, overeenkomstig artikel 1223 van het Burgerlijk Wetboek, onherroepelijk gemachtigd het verbondene in het openbaar te doen verkoopen, ten einde uit de opbrengst zoowel de hoofdsom als de renten en de kosten te verhalen
8. het te stichten gebouw zal in eene solide maatschappij tegen brandschade verzekerd moeten blijven, waarvan de schuldenaar terstond op elke vordering des schuldeischers moet doen blijken en in geval van brandschade zullen de assurantiepenningen in de plaats deze onderzetting treden
De Comparanten zijn mij Notaris bekend.

Waarvan Akte
Verleden op heden te Groenlo in tegenwoordigheid van Johannes Hermanus Plekenpol, afslager en Jacob Groenewoud, gepensioneerd Rijksveldwachter, beide wonende te Groenlo, als getuigen
Onmiddellijk na voorlezing hebben de Comparanten deze minute met de getuigen en mij Notaris onderteekend

(geteekend) A. Weenink, H.G. ter Huurne, J.H. Plekenpol, J Groenwoud, Vemer Notaris

Geregistreerd te Groenlo den eerste December 1800 zes en negentig, deel 94, folio 2,5 versovak 8. Een blad een renvooi. Ontvangen voor echt zeventig gulden  f.7

Uitgegeven voor Eerste Grosse aan en ten verzoeke van den Crediteur den Heer Antonius Weenink den tweeden December achttienhonderd zes en negentig


Vemer, Notaris

Overgeschreven ten kantore Hypotheken te Zutphen 10 December 1896, deel 604, no.112

Grond (rood en groen) gekocht van Anton Weenink met nieuwe nummering (1881). Blauw: grond bij Olde Hoes met nieuwe nummering (1904)

Bonnekaart met daarop het Olde Hoes en de grond rondom de nieuwe boerderij met nieuwe nummering.. De stippellijn is het kerkepad.

Op de kadastrale hulpkaart uit 1903[16] hierboven is te zien dat het Olde Hoes (B1984 linksonder[17]) is gesloopt. Dat gebeurt in 1902[18].

Op onderstaande uitsnede is het beter te zien:

B 1984 in blauw betekent: vervallen. Het kringeltje met pijlpunt in zwart betekent dat de bebouwing in rood blijft behoren bij B 2170[19], de grond die behoort bij het Olde Hoes.

Opvallend is dat op deze hulpkaart uit 1903 de nieuwe boerderij staat aangeduid als ‘Thomas’. Ook in de kadasterlegger[20] waaruit blijkt dat de boerderij in 1903 officieel is gesticht wordt de naam Thomas genoemd. Hoogstwaarschijnlijk komt die naam van Thomas Roerdinck, de eerste man van Aaltjen Venneversloo, waarmee stamvader Jan Derk ter Heurne in 1753 is getrouwd[21]. B 1670 staat in de kadasterlegger verder omschreven als huis, bergplaats, voetpad, bouwland en schuren.
In 1912 is er een gebouw bijgekomen, waarschijnlijk een schuur, en wordt de boerderij nog steeds aangeduid als ‘Thomas’, groot 4 hectare, 77 are en 70 centiare.

Uitsnede uit de Kadaster Hulpkaart 242 Gemeente Groenlo dienstjaar 1913[22]

Van de erven van zijn broer Derk (1859-1919) die op Tops wonen, koopt hij in 1921 een perceel bouwland (B 408) dat grenst aan de grond aan de Papendijk.[23]

Luchtfoto met in het midden het huidige ‘Thooms’’ en in rood B 408

In 1922 koopt Hendrik Gradus van de erven van Jan Snijders voor 315 gulden een perceel bouwland (B 409), groot 20 are en 70 centiaren, gelegen naast B 408[24].
In het Huirne-archief bevindt zich een verklaring van eigendom:

17 juni 1922   Bewijs van eigendom voor den heer H.G. Huirne, wonende op de Geldersche Esch onder Groenlo van een perceel bouwland sectie B. no 409, groot 20 are, 70 centiaren.
Johannes Bernardus Snijders, wonende op de Rouwmaat te Groenlo verkoopt mede namens zijn moeder en kinderen, aan Hendrik Gradus Huirne een perceel bouwland sectie B. no 409, groot 20 are, 70 centiaren voor 315 gulden

Lievelde

Hendrik Gradus bezit niet alleen grond in Groenlo, maar ook in Lievelde. Zoals het perceel heide (A 2811) dat hij van zijn vader heeft geërfd. Zijn zoon Toon verkoopt het in 1930 aan Johannes Theodorus Klein Gunnewiek, landbouwer en metselaar te Eefsele[25].
Van zijn vader heeft hij ten westen van Lievelde ook drie percelen bouw-, weiland en hakhout[26] geërfd. Zij zijn onderdeel van het perceel dat aanvankelijk geregistreerd stond als A 1553, maar in 1905 wordt gesplitst. Het krijgt de nummers A 3366 t/m 3368[27].

Op de uitsnede van de hulpkaart is dat goed te zien. De rode lijnen geven de nieuwe situatie weer.

De percelen A 1480 en 1481 die hij ook van zijn vader heeft geërfd worden in 1914 samengevoegd tot A 3463. Op onderstaande uitsnede van hulpkaart 247 is dit te zien[28]:

Beltrum

Ook in Beltrum, in het Beltrumse Veld, bezit Hendrik Gradus grond. Van zijn vader heeft hij in Sectie F, de percelen 1283, 1284, 1285 en 1286 geërfd.  Hij koopt in 1893 een stuk heide van 2 hectare, 84 are en 90 centiare (F 1243). Hij ontgint het in 1900 tot weiland omringd door een strook hakhout[29]. In 1926 wordt het gesplitst in twee stukken (F 1655 en 1656)[30]

 Omdat Hendrik Gradus de grond van perceel F 1655 in cultuur brengt – het wordt bos - hoeft hij daarvoor geen grondbelasting te betalen. Dat wordt vrijdom genoemd[31]. In 1927 wordt die vrijdom weer opgeheven[32]. Het perceel wordt in 1936 onderdeel van ruilverkaveling[33].

Grond van Hendrik Gradus in het Beltrumse Veld in 1919[34].

Uitsnede hulpkaart Beltrum no 78 dienstjaar1901 [35]

In 1893 koopt hij ook een perceel heide (F1282) van 1 hectare, 82 are en 20 centiare. Een jaar later koopt hij het naastgelegen perceel heide (F1278) van 2 hectare 22 are en 50 centiare[36]. Johannes Bernardus Snijders, landbouwer te Lievelde is voor ca 4 are en 50 centiare mede-eigenaar[37]. Dat wordt later gerectificeerd[38]. Beide percelen worden ontgonnen tot bouw- en weiland, maar F 1282 maar voor 2/5. De rest blijft heide[39].
In 1936 worden deze twee percelen samengevoegd tot F 1837. Er wordt een huis op gebouwd en verder bestaat het perceel van 4 hectare 4 are en 70 centiare, uit bouw-, weiland en bos. Het perceel grenst aan grond die hij van zijn vader heeft geërfd. (F 1283 t/m 1286). In 1956 en 1959 gaan deze percelen in de ruilverkaveling evenals F 1656[40].

Uitsnede uit hulpkaart Beltrum 151, dienstjaar 1937[41]

Grondbezit Hendrik Gradus in Beltrum 1941. Rechtsboven erve Thooms.

Ruurlo

Het perceel weiland D 1417 dat hij van zijn vader had geërfd.

Akte van scheiding

Op 28 mei 1926 wordt een akte van verdeling en scheiding getekend door Hendrik Gradus en vier van zijn nog in leven zijnde kinderen. Het betreft de boerderij met grond aan de Papendijk, samen groot ruim 7 hectare, ca 5 hectaren grond te Lichtenvoorde, ca 8 hectare grond te Beltrum en één hectare weiland te Ruurlo, totaal met een waarde van f. 24.000, -
Hendrik Gradus verwerft levenslang het vruchtgebruik en een uitkering te betalen door zijn jongste zoon. Die laatste krijgt: ‘het blooten eigendom van alle voorschreven baten’.[42]

Hendrik Gradus sterft op 13 februari 1941[43] op de boerderij aan de Papendijk C 180. Zijn jongste zoon Theodorus Antonius (Toon) doet in mei aangifte voor het recht van successie wegens de nalatenschap[44].
Hieruit blijkt:

 

Bronnen

[1] www.wiewaswie.nl
[2] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Groenlo, artikel 1198, volgnummer 8 en 10
[3] perceelnummer B 1984
[4] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Groenlo, artikel 1198, volgnummer 7, 9 en 10; perceelnummer B 2170
[5] www.hisgis.nl Bonnekaarten zijn gedetailleerde Topografische en Militaire Kaarten (TMK), uitgegeven in kleur. Ze zijn getekend op de schaal 1:25.000. De officiële naam luidt Chromotopografische Kaart des Rijks. Ze staan echter beter bekend als de Bonnekaarten of Bonnebladen, naar de Fransman Bonne die de gekozen projectievorm (van bol naar plat vlak) heeft ontwikkeld. Door de gedetailleerde weergave vormen ze een goede bron van informatie over het landschap tijdens de late negentiende en vroege twintigste eeuw. De kaarten van Gelderland zijn oorspronkelijk uitgegeven in de periode 1890 – 1910 en herzien in de periode 1911-1930. De bladen zijn gepubliceerd in de Historische Atlas Gelderland. Chromotopografische Kaart des Rijks 1:25.000 (Uitgeverij Robas, Den Ilp, 1989). Heruitgegeven door Uitgeverij Nieuwland in 2005.
[6] www.kadaster.nl/, Kadasterlegger Groenlo, artikel 2347, volgnummer 2, 5 en 6
[7] Voor de kaarten zie https://hisgis.nl/kaartviewer/gelderland , tenzij anders vermeld.
[8] Huirne-archief
[9] www.kadaster.nl/ Hulpkaart Groenlo: HK_GLO00_B_135, dienstjaar 1881.
[10] www.kadaster.nl/ Hulpkaart Groenlo: HK_GLO00_B_212, dienstjaar 1904.
[11] Volgens het kadaster bedroeg de grootte 5 ha, 28 are en 70 ca.
Zie www.kadaster.nl/, Kadasterlegger Groenlo, artikel 2480, volgnummer 4, 5, 6 en 2347, volgnummer 2, 3, 4.
[12] https://www.juridischwoordenboek.nl/ een nieuwe schuldeiser treedt in de plaats van de vorige als hij de vordering van die laatste heeft overgenomen. Bijv. nadat een verzekeraar de schadepenningen heeft uitgekeerd vindt ~ plaats, zodat deze zich rechtstreeks tot de schuldenaar kan wenden om het uitgekeerde bedrag terug te vorderen
[13] https://www.juridischwoordenboek.nl/last waarmee een onroerende zaak ten behoeve van een andere zaak is bezwaard.
[14]https://www.hypotheekrente.nl/hypotheekbegrippen/zuivering/ Zuivering is het vervallen van hypotheken, beperkte rechten en beslagen die op een goed rusten. De rechten en beslagen vervallen door levering en betaling van de koopsom.
[15] https://www.hypotheekrente.nl/hypotheekbegrippen/onderzetting/Onderzetting is het beschikbaar stellen van onroerend goed als onderpand.
[16] www.kadaster.nl/ Hulpkaart Groenlo no.212; De schaal van de hulpkaarten is 1: 2500.
[17] Was B 336
[18] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Groenlo, art. 1198, volgnummer 8
[19] B 2170 was B 1642 (in blauw, dus vervallen) en daarvoor B 332.
[20] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Groenlo, art. 2347, volgnummer 6
[21] Nederduits gereformeerde gemeente Groenlo Trouwboek periode 1709-1753 Tijdvak 1738-1753
[22] www.kadaster.nl/ Hulpkaart Groenlo no 242, dienstjaar 1913
[23] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Groenlo, art. 2347, volgnummer 11
[24] Huirne-archief/Bewijs van eigendom 14 juni 1922
[25]  www.kadaster.nl/, Kadasterlegger Lichtenvoorde, artikel, 7652, volgnummer 1 en 7962, volgnummer 1[27]   https://edepot.wur.nl/15546  Hakhout is van oudsher een typische vorm van gebruiksbos en stamt al uit de Romeinse tijd. Bomen worden laag bij de grond afgezaagd en krijgen de kans om opnieuw uit te lopen. Na enkele jaren worden de uitlopers geoogst, waarna de cyclus opnieuw begint. Het geoogste hout wordt gebruikt als brandhout, rijshout, paalhout en steeds vaker als biobrandstof voor groene stroom.
 www.leestekensvanhetlandschap.nl/hakhout Hakhoutbosjes zijn eeuwen geleden ontstaan om een voortdurende houtopbrengst te waarborgen. De bomen worden dicht bij de grond afgezet om de stronken vervolgens te laten ontspruiten. Om de paar jaar kan de opslag, het hakhout, geoogst worden. De stobben of stoven kunnen vele eeuwen oud worden. De aanplant van verschillende boomsoorten zoals eik, wilg, es, els en iep, zorgt ervoor dat de bossen voor verschillende doelen geschikt zijn. Ze kunnen zowel brandhout, geriefhout voor gereedschapsstelen en gebruiksvoorwerpen, hout voor de bereiding van houtskool als schors voor de leerlooierij leveren. Veel boerderijen hadden in vroeger dagen een klein stukje hakhout vlak bij huis, de geriefhoutbosjes. Er komen echter ook grootschaliger hakhoutcomplexen voor. De keuze van de boomsoort hangt uiteraard af van de grondsoort. Zo kan het hakhout per regio verschillen. Op droge zandige gronden is het eikenhakhout.
[26] www.kadaster.nl/ Hulpkaart Lichtenvoorde: HK_LTV00_A_198
[27] www.kadaster.nl/ Hulpkaart Lichtenvoorde: HK_LTV00_A_247
[28] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art. 918, volgnummer 96
[29] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art. 2156, volgnummer 1
[30] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art. 2156, volgnummer 4 en 5
[31] Aan de slag in de kadastrale archieven, een handleiding voor de onderzoeker; Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn 2014, pagina 106: ‘De aantekening VRIJDOM betekent vrijstelling van grondbelasting. Deze vrijstelling gold voor een beperkte tijdsduur, meestal voor een periode van tien jaar. Tijdelijke vrijstelling of ontheffing werd door de overheid toegepast om het in cultuur brengen van niet ontgonnen gronden aantrekkelijk te maken. Voor het ontginnen van deze gronden was namelijk een investering nodig welke zeker in de eerste jaren niet kon worden terugverdiend.’
[32] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art 3405, volgnummer 7.
[33] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art 3405, volgnummer 9.
[34] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum art.765 en 2829.
[35] Het dienstjaar 1901 is in feite 1900. Zie verder ‘Aan de slag in de kadastrale archieven, een handleiding voor de onderzoeker; Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn 2014, p. 53 en 80.
[36] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art 918, volgnummer 99
[37] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art 2202, volgnummer 1
[38] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art 2156, volgnummer 3
[39] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art 2156, volgnummer 10
[40] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum, art 3405, volgnummer 3 t/m 6
[41] www.kadaster.nl/ Hulpkaart Beltrum no 151, dienstjaar 1937
[42] Huirne archief/Akte van scheiding mei 1926
[43] www.geldersarchief.nl Toegangsnummer: 0207 Burgerlijke stand Gelderland, Inventarisnummer: 9740, aktenr. 13.
[44] Huirne archief/Memorie van Successie