U bent hier:

1826-1890 Hermanus Hendrikus Huirne

Hermanus Hendrikus (Herman) is na de dood van zijn ouders Albert ter Huirne (1785-1868) en Aleijda te Woerds (1781-1853) de enige nog levende zoon. Zijn broer Jan Hendrik (1817-1817) is kort na de geboorte gestorven[1]. Herman en zijn jongste zus Anna (1819-1873) erven de grond van hun ouders.

Voor de duidelijkheid wordt de aan- en verkoop van grond door Herman per gemeente/plaats behandeld en niet chronologisch. Begonnen wordt met de grond die hij, samen met Anna, na de dood van hun ouders bezit en aan het slot wordt de grond vermeld die hij bij zijn dood in 1890 nalaat. Voor de kaarten zie www.hisgis.nl, tenzij anders vermeld.

Groenlo

In Groenlo heeft Herman de helft van grond van zijn ouders geërfd, te weten: B 332, 336 en 372.[2] 
De andere helft erft zijn enige nog in leven zijnde zus Anna Maria. Hun oudste zus Johanna (1814-1820) sterft als ze zes jaar oud is.

 

 

Bonnekaart [3]met daarop B 372 en het Olde Hoes (B 332 en 336)

In 1860 verkoopt Jan Derk Klein Ikink, landman te Lichtenvoorde Herman een stuk bouwland, (B 370), groot 25,70 are[4]. Het is het eerste stuk grond dat hij zelfstandig koopt. Hij is dan 34. Herman denkt vooruit, want de familie bezit daar immers al perceel B 372.

Na de dood van hun vader in 1868 komen Herman en zijn zus Anna Maria definitief in bezit van de percelen die hun vader Albert al bezat.
Als zijn zus in 1873 sterft[5]doet Herman aangifte en ondertekent hij de memorie van successie waaruit blijkt dat Anna Maria geen testament heeft nagelaten en dat Herman enig erfgenaam is.

De ondergeteekende Hermanus Hendrikus ter Huerne landbouwer onder de gemeente Groenlo, ten deze woonplaats kiezende ter kantore van mr. W. Lasonder griffier bij het Kantongeregt van Groenlo

                                                                             Verklaart,
dat op den 27 februari 1873 te zijnen huize in het Schependom van Groenlo, is overleden en wel ab intesto ( zonder testament M.H), zijne zuster Anna Maria ter Heurne of ter Huurne, des aangever – haar eenigen broeder – tot eenige erfgenaam nalatende:
dat de erflaatster geene goederen als bezwaarde en door haar overlijden geene perodieke uitkeering bij opvolging is overgegaan of vervallen
dat de nalatenschap der erflaatster bestaat uit het navolgende:

                                                                              Actief:
De onafgedeelde helft in het navolgende vaste goed gelegen in Eefsel onder Groenlo: nummer 332 bouwland groot 56 aren 80 centiaren, 336 huis en erf groot 2 aren 20 centiaren en 372 bouwland 20 aren, van sectie B, voor de helft volgens de wet waardig ingeschat                 f. 470.00

Hij is nu eigenaar van alle grond die zijn ouders in Groenlo bezaten, inclusief het door hem gekochte stuk bouwland (B 370 groen). Maar Herman wil duidelijk meer want in 1876 koopt hij van de erven van Arend Siebelink het perceel B 369, een stuk bouwland van 14.20 are[6].

In 1879 bouwt Herman een stukje bij het Olde Hoes aan. Alle wijzigingen aan bebouwing en grond moeten in het kadaster worden vermeld en dat is dan ook goed te zien op deze hulpkaart[7] uit dienstjaar 1880[8] van het kadaster. Op een uitsnede hieruit, is de bebouwing aangegeven[9]. Het perceelnummer B 336, het Olde Hoes, is inmiddels gewijzigd in B 1641. De grootte van het perceel bedraagt 3.40 are, maar in een opmerking op de hulpkaart staat dat het te klein berekend is. In 1832, als het in bezit is van zijn vader Albert, is het nog 2.30 are groot. Perceel 332 krijgt nummer 1642

Kadaster Hulpkaart 124 Gemeente Groenlo dienstjaar 1880.

In 1880, koopt hij van bakker G. ter Bogt een stuk heide, groot 3.70 are[10], oorspronkelijk in bezit van Gerrit Jan te Vele. Op de hulpkaart zien we dat Herman niet het hele stuk kocht maar slechts het bovenste deel B 1314. Het stuk heide was in 1860 al opgedeeld in drie stukken.[11]  Dit perceel staat in de familie bekend als ‘Roosveld’ of ‘Rolsveld’.

Uitsnede uit Kadaster Hulpkaart 52 gemeente Groenlo, dienstjaar 1861

In 1887 besluit hij het Olde Hoes (nu B 1984), te vergroten met een bijbouw[12].  Dat is te zien op onderstaande hulpkaart.

Kadaster Hulpkaart 165 Gemeente Groenlo dienstjaar 1888. Rechts onderaan ligt het Olde Hoes en links bovenaan ligt het bezit van de familie Colson Aberson.

De onderste hulpkaart geeft de verbouwing in 1879 weer; er is niet veel bij gekomen.

Kadaster Hulpkaart 171 Gemeente Groenlo dienstjaar 1880

Van de erven van Toon Blanckenborg koopt Herman in 1880 het stuk bouwland B 368 (groen), groot 16.80 are[13].

Hij bezit nu de percelen B 368, 369, 370 en 372. Deze percelen liggen naast elkaar, maar B 371 ligt er net tussen. Dat stuk bouwland, van 28,40 are, is in bezit van Johannes Bernadus Halink, landbouwer te Lievelde, zoon van Gerrit Jan Halink.[14]   Als hij in 1864 overlijdt komt de grond in bezit van zijn vrouw en drie kinderen. In 1889 besluiten Herman en Johannes Halink, de oudste zoon, de grond te ruilen, dat wil zeggen Halink ruilt het zuidelijk deel van B 371, groot 11 are, tegen het noordelijk deel van B 372 ook 11 are groot van Herman.

In het Huirne-archief bevindt zich onderstaand document waaruit onder andere blijkt dat de te ruilen percelen ieder een waarde hebben van 80 gulden[15]:

364      7 februari (in potlood)

De ondergetekende Johannes Bernadus Halink, landbouwer in Lievelde onder Lichtenvoorde, ter eener; en Harmanus Hendrikus ter Huurne, landbouwer onder Groenlo ter andere zijde, verklaren aan elkander in ruiling af te staan een door onderteekening dezes in ruiling aan te nemen in dier voege als volgt:
Johannes Bernadus Halink voornoemd aan Harmanus Hendrikus ter Huurne voornoemd, het zuidelijk deel van een stuk bouwland, gelegen in de gemeente Groenlo, kadastraal bekend in Sectie B, no. 371, groot ongeveer elf aren (1100 m2 )twintig centiaren (20 m2), gewaardeerd op een som van 80 gulden ( staat in de kantlijn met ondertekening van beide heren (M.H) ) en Harmanus Hendrikus ter Huurne voormeld aan Johannes Bernarus Halink voornoemd, het noordelijk deel van een stuk bouwland, gelegen in de gemeente Groenlo, kadastraal bekend in Sectie B. no 372, groot ongeveer elf aren twintig centiaren mede geschat op eene waarde van 80 gulden
(staat in de kantlijn met ondertekening van beide heren (M.H)
Partijen verklaren de onderwerpelijke goederen aan elkanderen over te dragen in dien staat en groote waarin zij zich thans bevinden, met alle rechten, lusten en lasten daaraan verbonden, doch overigens onder vrijwaring van volgens de wet en voorts elkanderen toestemming te geven, zich de levering van het geruilde te verschaffen, door deze Acte te doen overschrijven in de daarvoor bestemde registers van eigendomsovergang, alle kosten dezer acte zijn voor rekening van  beide partijen, die de onzuivere huurwaarde voor de berekening der registratierechten aangaande elk perceel schattend op 4 gulden.
Aldus opgemaakt en geteekend onder verband als naar rechten, te Lichtenvoorde den tweeden januari 1800 negentachtig

J.B. Halink

p.2
No: -    Geregistreerd te Groenlo den eersten februari 1889 deel 43 folio 49 recto vak 2 een blad twee renvooien
Ontvangen voor regt miss? Dertig cent

De ontvanger

Op onderstaande uitsnede uit de hulpkaart van het Kadaster, dienstjaar 1890, is met de rode lijn de wijziging aangegeven. De percelen zijn gesplitst. Er staat in potlood bij geschreven: Land van ter Huurne. B 368, 369, 370, 371 en 372 krijgen een ander kadastraal nummer nl respectievelijk: 2012, 2013, 2011 en 2010.

Kadaster Hulpkaart 171 Gemeente Groenlo dienstjaar 1890.

Herman bezit nu dus nu een eindje ten zuidwesten van het Olde Hoes een aaneengesloten lap bouw- en weiland.

Bonnekaart met de percelen B 2011-2013 in 1889

Lievelde (Lichtenvoorde)

In 1879 koopt hij in Lievelde (gemeente Lichtenvoorde) van zijn zwager Hendrik Hogelugt[16] een stuk heide (A 2811) van 95.10 are en van Jan Derk Ikink[17] een perceel heide en (A 1553) van 3 ha 16.10 are, gelegen aan de huidige Droebertweg, vlakbij erve Tops.
In 1882 koopt Herman opnieuw een stuk grond van bakker G. ter Bogt, nu in Lievelde. Het is een gedeelte van een heidegebied van de Marke Lichtenvoorde dat inmiddels al deels in cultuur is gebracht[18]. De door Herman aangekochte percelen A 1480 (bouwland) en A 1481 (heide) worden in 1914 samengevoegd tot perceel A 3463[19].

Bonnekaart met de percelen A 2811 en 1553 in Lievelde (Lichtenvoorde).

Beltrum

In 1857 koopt Herman in Beltrum van de erven Gebbink te Groenlo, een perceel hakhout (F 473), groot 10.56 are en een weiland (F 474). groot 89.89 are..[20]

Percelen in Beltrum (F 473 en 474). B 332 en 336 zijn het Olde Hoes met grond.

Bonnekaart met daarop het Olde Hoes (B 332 en 336) en F 473 en 474 in Beltrum in 1867.

Op onderstaande uitsnede van de hulpkaart[21] zie je de oude (zwart) en de nieuwe (rood) nummering van de percelen in Beltrum[22].

Uitsnede Hulpkaart Beltrum F 11, dienstjaar 1867.

Deze percelen in Beltrum krijgen in 1866 een nieuwe nummering (F1283 t/m 1286) en zijn nu respectievelijk 09.70 are en 92.80 are groot.  In 1919 – na de dood van zijn vrouw Johanna Hogelugt - gaan ze over naar hun zoon Hendrik Gradus.[23]

Ruurlo

In Ruurlo koopt hij in 1878 van de weduwe Knippers een perceel heide (D 1417)[24], groot 1.41.90 dat hij ontgint tot weiland[25]. Het perceel gaat over naar zijn zoon Hendrik Gradus[26].

Als Herman in 1890 overlijdt laat hij geen testament na en volgt er een memorie van aangifte der nalatenschap[27]., waarin zijn echtgenote en zeven nog levende kinderen als erfgenamen worden genoemd. De kinderen hebben recht op 1/7 deel.  Aan onroerend goed laat hij aan hen na:

Een huis, schuur en erf, bouw- en weiland onder Groenlo, kad. Sectie B, nrs: 1642[28], 1984[29], 2011[30] en 2012[31], samen groot 0-91-93 en een perceel heide B 1314[32], 3 are 70 centiaren.
Een perceel weiland onder Ruurlo, sectie D 1417, groot 1.41.90
Een perceel bouwland en heide onder Lichtenvoorde sectie A, nos 1480, 1481[33], 1553[34] en 2811[35], groot 4-52-20
Een perceel weiland en hakhout onder Beltrum, Sectie F, nos 1283, 1284[36] 1285[37] en 1286[38] groot 1.15.50.’ 

Totaal dus 8 ha, 4 are en 23 ca oftewel iets meer dan 8 bunder.

Zijn meerderjarige zonen Johannes Theodorus (Derk), in 1889 gehuwd met Maria Geertruida Halink, en Hendrik Gradus, in 1894 gehuwd met Johanna Maria Walterbosch en Johannes (Jans) nemen de grond in bewerking.

Bonnekaart van de grond Hermanus Hendrikus in Groenlo 1890.

Bonnekaart van de grond van Hermanus Hendrikus in Lievelde (Lichtenvoorde) 1890

Luchtfoto van de grond van Hermanus Hendrikus in Lievelde (Lichtenvoorde) 1890.

Bonnekaart van de grond van Hermanus Hendrikus in Beltrum 1890.

 

 

Bronnen

[1] www.geldersarchief.nl
[2] Voor de kaarten zie:https://hisgis.nl/kaartviewer/gelderland  tenzij anders vermeld.
[3] www.hisgis.nl Bonnekaarten zijn gedetailleerde Topografische en Militaire Kaarten (TMK), uitgegeven in kleur. Ze zijn getekend op de schaal 1:25.000. De officiële naam luidt Chromotopografische Kaart des Rijks. Ze staan echter beter bekend als de Bonnekaarten of Bonnebladen, naar de Fransman Bonne die de gekozen projectievorm (van bol naar plat vlak) heeft ontwikkeld. Door de gedetailleerde weergave vormen ze een goede bron van informatie over het landschap tijdens de late negentiende en vroege twintigste eeuw. De kaarten van Gelderland zijn oorspronkelijk uitgegeven in de periode 1890 – 1910 en herzien in de periode 1911-1930. De bladen zijn gepubliceerd in de Historische Atlas Gelderland. Chromotopografische Kaart des Rijks 1:25.000 (Uitgeverij Robas, Den Ilp, 1989). Heruitgegeven door Uitgeverij Nieuwland in 2005.
[4] www.kadaster.nl/Kadasterlegger Groenlo, art.238, reeks 1, volgnummer 1.
[5] www.geldersarchief.nl Memories van Successie - Kantoor Groenlo - Periode 1842-1927 - Archieftoegangsnummer 0029 Vindplaats: Gelders Archief vindplaats 1873, img.218/220
[6] www.kadaster.nl/, Kadasterlegger Groenlo art 402, reeks 1, volgnummer 1.
[7] Aan de slag in de kadastrale archieven, een handleiding voor de onderzoeker; Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn 2014, p 139: Van elke wijziging in de perceelgrenzen maakt het Kadaster een hulpkaart op schaal. Die geeft de relatie weer tussen vervallen en nieuw ontstane percelen. Hiervoor wordt een kleurencodering gebruikt. In rood worden nieuwe lijnen aangegeven’’. www.kadaster.nl/, gemeente Groenlo, hulpkaart HK_GLO00_B_124.
[8] Het dienstjaar 1880 is in feite 1879. Zie verder ‘Aan de slag in de kadastrale archieven, een handleiding voor de onderzoeker; Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn 2014, p. 53 en 80.
[9] De grootte bedraagt 3 are en 40 centiare, maar in een opmerking op de hulpkaart staat dat het perceel te klein berekend is. In 1832, als het in bezit is van zijn vader Albert, is de grootte nog 2 are en 30 centiare. Zie Kadaster Archiefviewer, Kadasterlegger Groenlo art.183
[10] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Groenlo art 1389, reeks 2, volgnummer 5.
[11] www.kadaster.nl/ Hulpkaart Groenlo no. 52.
[12] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Groenlo art. 2287, reeks 2.
[13] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Groenlo art. 1684, reeks 2, volgnummer 5.
[14] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Groenlo art. 161, reeks 2, volgnummer 1.
[15] Huirne-archief/akte van verdeling 1889.
[16] www.kadaster.nl  Kadasterlegger Lichtenvoorde art. 2542, reeks 2.
[17] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Lichtenvoorde art 2504, reeks 2 en 3311 reeks 2, volgnummer 2.
[18] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Lichtenvoorde art 3307, reeks 2, volgnummer 2 en 3.
[19] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Lichtenvoorde art 3311, reeks 2, volgnummer 8.
[20] www.kadaster.nl/
[21] De schaal van de hulpkaarten is 1: 2500.
[22] www.kadaster.nl/ Hulpkaart Beltrum HK_BTM00_F_99999.
[23] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Beltrum art.765 en 2829, reeks 2, volgnummer 3 en 4.
[24] Niet gevonden op een kaart.
[25] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Ruurlo art. 828, reeks 2, volgnummer 1.
[26] www.kadaster.nl/ Kadasterlegger Ruurlo art. 828, reeks 2, 3354, reeks 2 volgnummer 1, 5376, reeks 3, volgnummer 1.
[27] www.geldersarchief.nl  Akten, 1886-1890, 95, tweede halfjaar, img 421 ev.
[28] Was B 332
[29] Was B 336
[30] Was B 370
[31] Was B 368
[32] Was B 362
[33] A 1480 en 1481 was A 146
[35] Was A 148
[36] Was A 1147, 1150 en 1155 en wordt A 2110. Dat wordt in 1880 gesplitst in A 2810 en A 2811 (95.10 are)
[37] F 1283 en F 1284 vormen een strook grond rond F 473 en 474; zie Uitsnede Hulpkaart Beltrum F 11, dienstjaar 1867 en Hulpkaart Beltrum F 7, dienstjaar 1857
[38] Was F 473
[37] Was F 474